Pijltje om terug te gaan naar alle artikelen

Recht van overpad verplaatsen, waarom en waarheen?

Sebastiaan Kieffer
Burenrecht

Uitbouwen is in Nederland tegenwoordig aan de orde van de dag. Uitbouwen vindt plaats op eigen erf. Niemand heeft daar last van toch? Nou niet helemaal: het belang van de nabuur speelt altijd een rol. Bijvoorbeeld vanwege veel voorkomende bouwschade en onrechtmatige hinder. Maar ook als uitgebouwd wordt op of over een recht van overpad. Dat is in beginsel niet toegestaan. Oplossing: het recht van overpad verplaatsen. Mr. Sebastiaan Kieffer geeft een uitleg over het recht van overpad en over de verlegging ervan. Meteen naar FAQ? Klik dan hier. 

Wat is een recht van overpad?

Een recht van overpad is een erfdienstbaarheid die een persoon het recht geeft om over de grond van een ander naar zijn eigen grond te gaan. De grond van de ander heet het ‘dienende erf’, de grond van de gebruiker heet het ‘heersende erf’. Erfdienstbaarheid is een zakelijk recht en gaat van rechtswege over op een rechtsopvolger. Doorgaans staat een erfdienstbaarheid in een ‘akte van vestiging’ of een andere notariële akte. Meer weten over erfdienstbaarheid? Klik dan hier.

 

Uitgangspunt van een erfdienstbaarheid is dat de eigenaar van een dienend erf het gebruik van zijn grond door de ander dient te respecteren. Een werk plaatsen op die grond dat het gebruik belemmert, is in beginsel een schending van de erfdienstbaarheid (en niet toegestaan). De vraag is dan of bebouwing altijd moet wijken door het bestaan van een recht van overpad. Een oplossing (compromis) is het verleggen van het recht van overpad.

 

Recht van overpad verplaatsen volgens de wet

Een erfdienstbaarheid verleggen kan met of zonder instemming van de buren. Buren zijn gezamenlijk bevoegd een erfdienstbaarheid te wijzigen als zij in overleg daartoe besluiten. Een notaris zal zo’n overeenkomst formaliseren. Hierbij geldt volgens artikel 3:17 BW dat de verplaatsing openbaar kan worden ingeschreven (Kadaster). Mocht dat gebeuren, dan zijn rechtsopvolgers (kopers) aan de verplaatsing gebonden.

Bereiken burenechter geen overeenstemming, dan biedt het burenrecht de mogelijkheid tot eenzijdige verplaatsing. In artikel 5:73 lid 2 BW staat het volgende: “[…] de eigenaar van het dienende erf voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid een ander gedeelte van het erf aanwijzen dan waarop de erfdienstbaarheid ingevolge het vorige lid dient te worden uitgeoefend, mits deze verplaatsing zonder vermindering van genot voor de eigenaar van het heersende erf mogelijk is. Kosten, noodzakelijk voor zodanige verandering, komen ten laste van de eigenaar van het dienende erf.”

Recht van overpad verplaatsen en de voorwaarden

De eigenaar van het dienende erf mag dus een ander deel van zijn perceel aanwijzen. Een voorwaarde hiervoor ziet op het gebruiksgenot van de eigenaar van het heersende erf, lees de nabuur die over andermans grond mag lopen of rijden. Dat genot mag door de verplaatsing niet worden verminderd, waarover hieronder meer. 

 

Een andere voorwaarde voor verlegging is schadeloosstelling: De grondeigenaar die een overpad wil verplaatsen, dient de kosten daarvoor te dragen. Bijvoorbeeld de kosten voor een notaris, voor de aanleg van een nieuw overpad op het dienende erf en/of voor de route daarnaartoe op het heersende erf. 

 

Ter volledigheid, de bovenstaande wet en voorwaarden gelden alle soorten erfdienstbaarheden (van weg, afwatering, enz). 

 

Let op, behoud van het genot en schadeloosstelling zijn niet altijd verplicht!

Demogelijkheid tot verplaatsing is toegestaan maar niet altijd zijn daarbij de vermindering van het genot en schade relevant. Er geldt een onderscheid tussen de volgende twee (2) situaties: 

 

1. In de akte is de plaats of wijze van uitoefening van de erfdienstbaarheid niet specifiek vastgelegd. Dan heeft de eigenaar van het dienende erf de bevoegdheid de route aan te wijzen en eventueel te verleggen, zonder dat hij moet letten op de vermindering van het woongenot en schadeloosstelling moet voldoen.

2. In de akte is de plaats of wijze van uitoefening van de erfdienstbaarheid is wel specifiek vastgelegd. De eigenaar van het dienend erf heeft de bevoegdheid het recht van overpad te verplaatsen maar dan zónder vermindering van het genot en met schadeloosstelling voor de eigenaar van het heersende erf. 

 

De omschrijving in de akte bepaalt dus mede in hoeverre een grondeigenaar met het genot (gebruik) van de nabuur of buren moet houden.

 

Wanneer wordt het gebruiksgenot door verlegging te ernstig verminderd? 5 voorbeelden

Niet elke vermindering van het genot staat aan de verplaatsing van een overpad in de weg, maar een zodanige vermindering dat in redelijkheid moet worden geoordeeld dat de vermindering aan de verplaatsing in de weg staat. Hieronder staan voorbeelden van toegestane en niet-toegestane verleggingen:

 

Toegestaan: toename lengte van 345 meter naar 365 meter

De Hoge Raad oordeelde in 1999 dat een toename van 20 meter van een overpad met een totale lengte 345 meter in redelijkheid niet kan worden aangemerkt als een zodanige vermindering van het genot dat deze aan verlegging in de weg staat. Ook de omstandigheid dat grotere voertuigen op het – langere – alternatief zijn aangewezen, staat niet aan verlegging in de weg. 

 

Niet toegestaan: van een rechte naar een bochtige route met een uitrit 50 meter verderop

De Rechtbank keurde in 1999 een verplaatsing af. De eigenaar van het dienende erf bouwde een alternatieve route van ca. 35 meter langer, die ca. 50 meter van de originele uitrit aflag en die niet meer in een rechte lijn liep maar langs twee min of meer haakse bochten. Dit alles werd als een zodanige vermindering van het genot gezien dat verplaatsing ongedaan gemaakt moest worden.

 

Niet toegestaan: paadje voor een schuur langs erom heen leggen

Partijen woonden in deze zaak naast elkaar in een rijtjeshuis. Achter beide huizen zat een tuin van 245 cm diep met aan het eind een schuurtje. De eigenaar van een middenwoning had een in- en uitgang via zijn schuur (met een krappe deur van 70cm breed) én een overpad direct van zijn achtergevel naar rechts over de tuin van de nabuur (om via die hoekwoning naar de openbare weg te komen). De eigenaar van de hoekwoning wenste de route te verleggen zodat zijn binnenplaatsje weer privé werd. De Hoge Raad oordeelde in 2011 dat die genotsvermindering niet is toegestaan, vanwege de omlegging en omdat dan enkel een toegang van 70 cm breed (via de schuurdeur) resteert.

 

Niet toegestaan: verplaatsen uitrit van parkeerterrein

Een grondeigenaar van een groot terrein wenste een in- en uitrit te verplaatsen, die diende voor de parkeerplaats van twee naastgelegen VvE’s. Daarbij werd de weg ook van 5 meter naar 3.85 meter versmald. De Rechtbank oordeelde in 2021 dat de verkeerssituatie minder overzichtelijk zal worden, omdat het naar binnen rijdende verkeer slechter zichtbaar is voor de bewoners en omgekeerd. Verder was het voldoende aannemelijk dat de doorstroom van verkeer op het perceel van de VvE’s minder goed zal zijn. Dat de VvE’s aan de andere zijde van hun perceel nog een in- en uitrit hebben, doet aan de hiervoor genoemde belangen niet af.

 

Niet toegestaan: versmalling looppad tot 90 cm

De Rechtbank oordeelde in 2020 dat het ongeoorloofd is dat de breedte van een looppad wordt afgenomen van ca. 190 cm. tot ca. 90 cm. Volgens de rechtbank volgt uit de akte van erfdienstbaarheid dat men met een fiets in de hand moet kunnen lopen. Een breedte van 1,50 is dan minimaal.

 

Slotwoord

Verplaatsing van een erfdienstbaarheid is onrechtmatig als sprake is van een zodanige vermindering van het genot dat in redelijkheid moet worden geoordeeld dat deze vermindering aan de verlegging in de weg staat. De eigenaar van het dienend erf, de nabuur die wil verleggen, heeft de bewijslast dat de verlegging niet bezwaarlijk is.

 

Vragen over verplaatsen van het recht van overpad? Neem contact op voor juridisch advies.

Veelgestelde vragen

Wat is een recht van overpad?
Een recht van overpad is een erfdienstbaarheid. Dat zakelijke recht geeft een persoon het recht via of over een stuk grond van een ander (dienend erf) naar zijn eigen grond te gaan (heersend erf).
Kan een recht van overpad verjaren?
Een recht van overpad ontstaat doordat partijen deze erfdienstbaarheid in een notariële akte vastleggen (“vestigen”). Een overpad kan ook door verjaring zijn ontstaan.
Moet een recht van overpad door een nieuwe eigenaar altijd worden gerespecteerd?
In beginsel is men aan een recht van overpad geboden. Er zijn wel mogelijkheden om deze te beëindigen of te verleggen.
Kan de verlegging van een recht van overpad worden afgedwongen?
Een recht van overpad mag worden verlegd. Als de akte van vestiging expliciet de plaats van de erfdienstbaarheid omschrijft, dan is verplaatsing toegestaan op voorwaarde dat het gebruiksgenot niet wordt verminderd en schadeloosstelling wordt voldaan.
Kan ik eenvoudig meer weten over mijn recht van overpad?
Ja, door vrijblijvend ons kantoor te e-mailen of te bellen en uw vraag voor te leggen.

Meer

Burenrecht

Alle artikelen
Sarah van der Salm
Burenrecht
Grondeigendom door verjaring | Uitleg van het vereiste ‘bezit’

Grondeigendom door verjaring en het vereiste van bezit, bezitsdaden, stuiten en exclusiviteit.

Bob de Jager
Burenrecht
Erfdienstbaarheid uitgelegd | 10 aandachtspunten & tips

Erfdienstbaarheid, recht van overpad, gebruiksrecht en dulden, vestiging en reikwijdte, geschillen tussen buren

Sebastiaan Kieffer
Burenrecht
Recht van overpad verplaatsen, waarom en waarheen?

Recht van overpad, een erfdienstbaarheid die kan worden verplaatst (genot en schadeloosstelling)