Pijltje om terug te gaan naar alle artikelen

Ontbinding en ontruiming door de verhuurder

Sarah van der Salm
Huurrecht woonruimte

Huurders van woonruimte en van commercieel vastgoed kunnen hun verplichtingen uit de huurovereenkomst nakomen, maar helaas ook niet nakomen. Bijvoorbeeld door wanbetaling of illegale onderverhuur. Soms ontkomt de verhuurder er dan ook niet aan de huurder uit het gehuurde te zetten. Soms is hij daartoe zelfs verplicht. Mr. Sarah van der Salm over de ontbinding van een huurovereenkomst, de ontruiming van het gehuurde én over de vraag wanneer de verhuurder verplicht is tegen de huurder op te treden. Meteen naar FAQ? Klik dan hier. 

Wat is ontbinding?

Ontbinden is het beëindigen van een overeenkomst. Ontbinding kan door een of meerdere contractspartijen, en soms alleen door een rechter. Bij ontbinding is de einddatum van de overeenkomst het tijdstip waarop is ontbonden. Ontbinding is dus niet met terugwerkende kracht, zoals bij de vernietiging van een overeenkomst. Bij vernietiging werken die gevolgen terug tot op het moment waarop de overeenkomst tot stand kwam. Bij ontbinding is de ligt de einddatum later dan de startdatum van de overeenkomst.

 

Ontbinding is geregeld in artikel 6:265 BW. Daarin staat:

  1. Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
  2. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim is.

 

Ontbinding en de voorwaarden

Zoals de wettekst hierboven toont, geldt voor ontbinding een aantal voorwaarden. Zo moet sprake zijn van een tekortkoming aan de zijde van een contractspartij. Bijvoorbeeld een huurder die nalaat de volledige huursom te betalen. Niet elke tekortkoming is voldoende: Als een wanprestatie niet blijvend onmogelijk is (zoals doorgaans afbetaling) dan moet sprake zijn van ‘verzuim’. Van ‘verzuim’ is bijvoorbeeld sprake als een wan betalende huurder na een ingebrekestelling met een extra betaaltermijn alsnog nalaat te voldoen.

 

En andere voorwaarde voor ontbinding is volgens de wet “[…] de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.” Anders gezegd, de wanprestatie moet ernstig genoeg zijn en in verhouding staan met de (gevolgen van de) ontbinding. Logisch, niet elke verlate huurbetaling rechtvaardigt ontbinding van de gehele huurovereenkomst. Maar wanneer rechtvaardigt een wanprestatie een ontbinding dan wel?

 

5 voorbeelden van ontbinding en ontruiming van het gehuurde

Om de vraag te kunnen beantwoorden (wanneer een wanprestatie een ontbinding rechtvaardigt) volgen hieronder voorbeelden uit de rechtspraktijk over de ontbinding en ontruiming door de verhuurder:

 

1.    Huurachterstand

Een betalingsachterstand kan ontbinding rechtvaardigen. Jarenlang hanteerde de rechtspraak als vuistregel dat een achterstand van 3 maanden ontbinding rechtvaardigde. Dat is inmiddels achterhaald. Zo dient de verhuurder volgens het Besluit Gemeentelijke Schuldhulpverlening de achterstand bij de gemeente te melden. Zo kan schuldenproblematiek op tijd worden herkend en aangepakt. Door hieraan geen gehoor te geven loopt de verhuurder het risico dat ontbinding in rechte wordt geweigerd, zie het gerechtshof in 2023.

 

2.   Overlast

De huurder dient zich als een goed huurder te gedragen. Dat is wettelijk vastgelegd in artikel 7:213 BW. Het veroorzaken van overlast schendt deze norm van ‘goed huurderschap’. Niet elke hinder rechtvaardigt ontbinding door de verhuurder. Die is pas mogelijk als de overlast van de huurder ernstig en structureel is. Daarvoor is vereist dat de verhuurder een uitgebreid dossier bijhoudt met bewijs van overlast (logboek, verklaringen van buren, aangiftes, foto’s van schades, enz.). Stel dat bewijs nauwelijks beschikbaar is (omdat de buren niet durven te klagen), dan het is mogelijk dat de rechter wordt verzocht de huurovereenkomst voorwaardelijk te ontbinden. Zo oordeelde de rechter in 2025. De rechter zal dan een gedragsaanwijzing voor de huurder meegeven zoals een verbod tot schreeuwen en schelden. Na overtreding van het verbod volgt alsnog ontbinding van de huurovereenkomst.

 

3.   Stelselmatig te laat betalen

Als een huurder telkens te laat de huur betaalt, en dus herhaaldelijk tekortschiet, kan ontbinding het gevolg zijn. Zo oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Uit die uitspraak volgt wel dat de verhuurder moet aantonen dat sprake is van het structureel te laat betalen (een duidelijk patroon dus). Een verhuurder doet dat door aanmaningen te sturen, met regelmaat de deurwaarder inschakelen en tijdig procedures te starten.

 

4.   Geweld of intimidatie

Geweld en vandalisme leiden tot ontbinding. Niet alleen door de huurder zelf. Als een huurder een persoon toelaat waardoor huurdersverplichtingen worden geschonden, dan kan ook ontbinding volgen. Zeker wanneer de huisgenoot geweld gebruikt en vernielingen aanbrengt. En zelfs als dit niet in de gehuurde unit plaatsvindt, maar in de nabije omgeving. Zie deze uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam.

 

5.   Onderhuur

De meeste huurovereenkomsten of algemene voorwaarden verbieden onderverhuur. Illegale onderverhuur kan leiden tot winstafdracht (het uitbetalen van de winst door de huurder aan de verhuurder). Illegale onderhuur kan ook (tevens) leiden tot ontbinding en ontruiming door de verhuurder. Zie deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland 2024.

 

Voor alle gevallen geldt dat een volledig dossier vereist is om de rechter van de noodzaak tot ontbinding en ontruiming te overtuigen. Het huurrecht beschermt het woonbelang van de huurder zodat ontbinding niet snel wordt uitgesproken.

 

Terme de grace, een laatste kans

Als een huurder de huurovereenkomst niet (tijdig of volledig) nakomt, kan dat ontbinding rechtvaardigen. Maar, dat is niet eenvoudig: Huurders genieten bescherming in het huurrecht. De verhuurder heeft daarnaast een behoorlijke bewijslast. Hierbij komt ook nog eens dat de rechter bevoegd is om de huurder een laatste kans te geven. Dat volgt uit artikel 7:280 BW. De rechter geeft de huurder dan een termijn met doorgaans een ge- of verbod om iets te doen resp. te laten. Als de huurder binnen die termijn weer niet aan zijn verplichting voldoet, volgt ontbinding alsnog.

 

Is voor ontbinding en ontruiming door een verhuurder altijd een rechter vereist?

Het huurrecht stelt nauwelijks regels voor de ontbinding van huurovereenkomsten (zoals dat wel het geval is bij de opzegging van de huurovereenkomst). Voor ontbinding stelt de wet 1 specifieke regel. Die staat in artikel 7:231 BW en bepaalt dat de vordering van de verhuurder tot ontbinding van een huurovereenkomst (op grond van een tekortkoming van de huurder) uitsluitend door de rechter kan geschieden. Deze eis geldt voor alle huurovereenkomsten voor gebouwde onroerende zaken. Ter volledigheid, voor beëindiging van gehuurde woonruimte met wederzijds goedvinden is de tussenkomst van een rechter niet vereist (artikel 7:271, achtste lid, BW).

 

Waarom is ontruiming een (logisch) gevolg van de ontbinding van een huurovereenkomst?

Wanneer de huurder zijn of haar prestatie niet nakomt, wordt tekort geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, hetgeen tot ontbinding kan leiden. Door ontbinding eindigt de huurovereenkomst. Als de huurovereenkomst niet meer bestaat, bestaat daarmee evident ook niet de contractuele verplichting van de verhuurder om huurgenot te leveren. Er bestaat ook geen (contractueel) recht of titel voor de huurder om in de woning te verblijven. Daarom is ontruiming een logisch gevolg van de ontbinding. Sterker, ontruiming kan zelfs eerder plaatsvinden dan ontbinding:

 

Ontbinding en ontruiming in een kort geding

De ontbinding van een huurovereenkomst zal normaal gesproken een standaard (bodem)procedure voor de kantonrechter zijn. Het uitspreken van een ontbinding is een zgn. “declaratoire uitspraak”. Dat soort uitspraken zijn in een kort geding niet mogelijk. In kort gedingen worden enkel voorlopige oordelen gegeven. De maatregel van ontruiming is zo’n voorlopige voorziening, en dus wel mogelijk. Wanneer waartoe daartoe geoordeeld?

 

Een voorzieningenrechter kan in een kort geding de wanprestatie vaststellen. Daarbij kan hij het ‘aannemelijk achten’ dat de bodemrechter (in een latere bodemzaak) de ontbinding van de huurovereenkomst zal uitspreken vanwege die wanprestatie. Dat oordeel kan nog maanden duren. Daarop vooruitlopend kan dus in kort geding de ontruiming worden toegewezen, als een soort van voorschot. Die voorlopige voorziening wordt uitgesproken áls de verhuurder een spoedeisend belang heeft om spoedig over het gehuurde te beschikken. Dat laatste wordt aangenomen in het geval de verhuurder maandelijks huurinkomsten misloopt. (In theorie kan de ontruiming in een latere bodemprocedure als onrechtmatig kwalificeren).

 

Let op! Verhuurder kan verplicht zijn om in te grijpen

Een huurder die overlast veroorzaakt, kan de verhuurder dwingen om hem te ontruimen: Als de buren van die huurder, dezelfde verhuurder hebben, dan hebben die buren een aanspraak jegens de gezamenlijke verhuurder. Uitgangspunt is namelijk dat de verhuurder gebreken moet herstellen en aan huurders een rustig woongenot moet verschaffen. Structurele overlast belemmert dat genot.

De verhuurder moet ingrijpen: Ten eerste op grond van de redelijkheid en billijkheid die een verhuurder verplichten alles te doen wat in zijn vermogen ligt om de beperking van het woongenot te beëindigen. Ten tweede op grond van artikel 7:204 lid 3 BW als de overlast kwalificeert als een ‘feitelijke stoornis van het huurgenot door derden’. (Let wel, de verhuurder is natuurlijk niet voor alles aansprakelijk. Voor verkeerslawaai, spelende kinderen op straat of criminaliteit in de buurt kan de verhuurder in beginsel niet aansprakelijk gehouden worden. )

 

Heeft u te maken met wanprestatie van de huurder of als huurder met een dreigende ontbinding en ontruiming? Neem contact op voor juridisch advies.

Veelgestelde vragen

Leidt elke wanprestatie tot ontbinding en ontruiming van het gehuurde?
Nee, een wanprestatie mag niet van dusdanige geringe aard zijn dat die de (gevolgen van de) ontbinding niet rechtvaardigen.
Volgt na ontbinding van de huurovereenkomst altijd ontruiming van het gehuurde?
Het is een logisch gevolg: Door ontbinding eindigt de huurovereenkomst en daarmee ook de verplichting van de verhuurder jegens de huurder om huurgenot te leveren. Na ontbinding heeft de huurder geen recht of titel om in de woning te verblijven.
Kan alleen een rechter een huurovereenkomst ontbinden?
Nee. Uitgangspunt is dat alleen een rechter de ontbinding van de huurovereenkomst kan uitspreken. Echter als sprake is van gebreken waardoor er helemaal geen gebruik gemaakt kan worden van het gehuurde, of deze op last van de gemeente is gesloten, dan kan buitengerechtelijk en door de verhuurder worden ontbonden. Dit komt voor als er door gedragingen in het gehuurde de openbare orde is verstoord (bij hennepteelt of wapenbezit) of wanneer de veiligheid van het gebouw niet in orde is.
Mag een rechter de huurder een laatste kans geven?
Ja, volgens de wet is de rechter bevoegd een huurder een laatste kans te geven om alsnog zijn verplichtingen jegens de verhuurder na te komen. Dit heet ook wel een ‘terme de grace’.
Is een verhuurder verplicht een hinderlijke huurder te ontruimen?
Ja, als de huurder die de overlast veroorzaakt ook een huurder is van de verhuurder van de klagende buren, dan kan die verhuurder verplicht zijn de overlast veroorzakende huurder te ontruimen.
Kan ik eenvoudig meer weten over de ontbinding en ontruiming van mijn huurwoning of verhuurde bedrijfsruimte?
Ja, door vrijblijvend ons kantoor te e-mailen of te bellen en uw vraag voor te leggen.

Meer

Huurrecht woonruimte

Alle artikelen
Sarah van der Salm
Huurrecht woonruimte
Opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder

Opzegging van de huurovereenkomst, een procedure met specifieke formaliteiten, opzeggronden en risico's

Sarah van der Salm
Huurrecht woonruimte
Ontbinding en ontruiming door de verhuurder

Ontbinding huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, gronden en voorbeelden